Zwarte ruiter ter plaatse

Weidevogels hebben het zwaar. Ook in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Denk aan grutto, kievit en tureluur. Of aan graspieper en veldleeuwerik. Er is veel inspanning nodig om deze soorten te helpen. ‘En die is er ook’, weet Jacob Molenaar van Collectief Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden. Hij blikt terug op weidevogelseizoen 2024. En ziet uit naar seizoen 2025. 

Naast natuurorganisaties zoals Staatsbosbeheer en LandschappenNL, spannen honderden boeren in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden zich in om de weidevogels te helpen. Hiervoor zijn goede tellers onmisbaar. Vogelaar Jacob (23) is een van hen. Al vanaf z’n elfde is hij actief als vogelaar. Een autorit van zes uur om een bijzondere vogel te spotten? Daar draait hij z’n hand niet voor om. Bijna was hij de winnende vogelaar van het jaar 2017: met een waargenomen aantal van 340 soorten, werd hij tweede. Zijn concurrent had er 343. ‘Een vale lijster op Vlieland was heel bijzonder.’ (vale lijster: Turdus obscurus) 

Inmiddels is Jacob, die economie (Economics of Sustainability) studeerde, werkzaam voor Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Dat collectief, een coöperatie met ruim vierhonderd leden, staat aan de lat voor de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Verder controleert Jacob, als vogelvalidator, vogelwaarnemingen die binnenkomen bij Waarneming.nl. Doel: de kwaliteit van de database hoog houden.

Samen met een gecertificeerde teller noteert Jacob zijn vogelwaarnemingen op boerenland in de Boerenlandvogelmonitor van LandschappenNL. ‘De gebiedscoördinatoren, die het beheer bij de boeren afsluiten, kunnen live meekijken. Evenals de coördinator van het droneteam.’

Slobeend
Het is mooi om de vele opmerkingen in de monitor terug te lezen. Zoals: ‘Geweldig mooi hier! Vooral heel veel kievit, maar eigenlijk van alle soorten wel meer dan in 2022. Zwarte ruiter ter plaatse. Zeker 30 slapende grutto’s op de plas. Meeuwen, kiekendieven en kraaien actief, maar die worden goed verjaagd.’ Of: ‘Roepende heikikkers. Ik kan ze met de verrekijker goed zien.’ ‘Wil je doorgeven dat hier een nest van een slobeend ligt? Ongeveer drie meter van de sloot, en achtste paal van achteren.’ Of: ‘Argusvlinder. Vliegt al volop. De randen zijn redelijk kruidenrijk, en er is wat te halen: ik zag er een ooievaar, een purperreiger en enkele blauwe reigers foerageren.’ En elders in de monitor: ‘Mooie plasdras, maar het zou goed zijn als die via de greppels nog wat uitwaaiert. Nu te veel een poel. Mooie, lage oevers langs de sloot. Moerasrolklaver. Kikkerbeet.’ 

Drassige weilanden
De input vanuit het veld biedt volgens Jacob veel voordelen. ,,Als we een geschikt perceel zien voor bijvoorbeeld vernatting of verschraling, op een voor weidevogels geschikte plek, dan geven we dat in de monitor aan. Dat perceel kunnen we later heel makkelijk terugvinden, met de opmerking van de teller erbij. Zo zijn veel nieuwe plasdrassen (drassige weilanden) ontstaan, die in het broedseizoen als een magneet op de weidevogels werken. Inmiddels hebben we er zo’n honderdvijftig, die met plasdraspompen op zonne-energie drassig worden gehouden.

Er is nog veel meer beheer, zoals ruim vijfhonderd hectare kruidenrijk beheer, waarop geen of nauwelijks mest wordt uitgereden, en bijna duizend hectare mozaïekbeheer, waarop de boeren wisselende rustperiodes aanhouden. Niet alleen openheid en rust, ook variatie is belangrijk. En dan nog de bescherming van legsels: tientallen weidevogelvrijwilligers hebben in het voorjaar maar liefst 2360 legsels opgespoord, zodat de boeren die konden beschermen. Ook het droneteam heeft legsels opgespoord, met behulp van warmtecamera’s. Al met al gebeurt er veel meer dan ik eerst dacht. Je moet vaak ook dieper het veld in om de populaties weidevogels goed te kunnen zien.”

Alarmtellingen
Het aantal weidevogelwaarnemingen in 2024 is licht gestegen, evenals het Bruto Territoriaal Succes (BTS). ‘Dit vliegvlugsucces bepalen we alleen voor de grutto, met behulp van alarmtellingen’, legt Jacob uit. ‘Maar het blijft lastig om de precieze trend te bepalen. Je hebt seizoenseffecten, en noem maar op. Uiteindelijk streven we er met elkaar naar om zoveel mogelijk kuikens vliegvlug te krijgen. Dat is niet eenvoudig. De legsels moeten uitkomen -dat lukt meestal wel- en vervolgens moeten de kuikens voldoende voedsel kunnen vinden, en dekking tegen predatoren (roofdieren). En dat in een periode dat er veel werk is op het land. Dat blijft een hele uitdaging.’

De verwachting is dat het ANLb de komende jaren fors wordt uitgebreid, waaronder het weidevogelbeheer. ‘Daarop voorsorterend, willen we komend voorjaar de hele Alblasserwaard en Vijfheerenlanden tellen. Dat is toch wel ambitieus en uniek. Tegelijkertijd start er, ook in onze polders, een onderzoek naar de overleving van kievitkuikens. Doel van dit alles blijft: zoveel mogelijk weidevogels helpen, en zoveel mogelijk boeren de gelegenheid bieden om mee te doen, tegen een goede vergoeding. Hopelijk met een positief resultaat!’

Tekst: Marcel Benschop
Foto’s: Jacob Molenaar


Geplaatst

in

door